Testosterontekort bij vrouwen en mannen

Bescherm je testosteron en voorkom een depressie!

Bescherm je testosteron

Vrouwen lopen een bijna tweemaal zo groot risico om depressief te worden dan mannen. De geslachtshormonen oestrogeen en testosteron spelen hier een rol bij. Uit allerlei onderzoek blijkt dat het vrouwelijke geslachtshormoon oestrogeen beschermt tegen depressie. Dat mannen desondanks minder vaak depri zijn dan vrouwen, komt waarschijnlijk omdat testosteron in het mannenbrein door aromatase in oestrogeen wordt omgezet. Terwijl de oestrogeenspiegel bij vrouwen sterk fluctueert, is de testosteronspiegel bij mannen gelijkmatig. Daardoor profiteren mannen van een constantere breinbescherming van oestrogeen dan vrouwen. Dus ook voor je stemming is het belangrijk je testosteron op een gezond peil te houden.

Voorkom een depressie

Als je testosteronspiegel daalt als een bijeffect van het ouder worden, kan je stemming verslechteren. Dit is een belangrijke reden om alles te doen om je natuurlijke productie op peil te houden. De Brusselse hormoonspecialist Thierry Hertoghe somt in De testofactor de kenmerken van een man met een te lage testosteronspiegel als volgt op: ‘Nerveus, prikkelbaar, ongemakkelijk, gebrek aan geestelijke kracht, besluiteloos, twijfelend, verlies van zelfverzekerdheid, gebrek aan autoriteit, onderdanig, voortdurend depressief.’ De Amerikaanse uroloog en wetenschapper Abraham Morgentaler noemt als symptomen van een laag T-gehalte: ‘Weinig energie, toegenomen vermoeidheid, verminderd plezier in het leven, gebrek aan enthousiasme, verlies van motivatie en vitaliteit. Door je testosteronproductie op natuurlijke wijze te verhogen, kan je stemming weer verbeteren.

Verlaag je stresshormoon en bescherm je brein

Wat warmte is voor ijs, is cortisol voor je hersenen: als er langdurig te veel van het stresshormoon door je aderen kolkt, neemt het volume van je brein extra snel af. En dan hebben we het niet over extreem hoge cortisolniveaus zoals je die ziet bij de aanloop naar een burn-out. Een recent bevolkingsonderzoek laat zien dat cortisolspiegels die gepaard gaan met normale, alledaagse stress al een negatieve impact hebben op het hersenvolume; dat lagere hersenvolume gaat volgens hetzelfde onderzoek samen met slechtere scores op geheugen- en cognitietesten. Er zijn ook aanwijzingen dat chronische stress op jongere leeftijd via een overkill aan cortisol op latere leeftijd de kans op dementie en alzheimer vergroot.

Cortisol is ook in staat de expressie van genen in de hersenen te veranderen. Dat soort wijzigingen in de werking van je DNA worden ‘epigenetische veranderingen’ genoemd. Dit is wat onderzoekers er in een wetenschappelijk artikel over schrijven: ‘Het is nu duidelijk dat blootstelling aan stress, vooral vroeg in het leven, zowel acute als blijvende effecten heeft op epigenetische merktekens. Die beïnvloeden op hun beurt de cognitieve functie en het gedrag, evenals het risico van zelfdoding en psychiatrische aandoeningen gedurende het hele leven, in sommige gevallen tot in toekomstige generaties.’ Vrij vertaald staat hier dat cortisol je genen permanent kan veranderen, met consequenties voor je nageslacht. In De testofactor staat hoe je je cortisolspiegel onder controle houdt.