Diabetes types 1, 2, 3 en insipidus

Auteur: Ir. Ralph Moorman | Reacties:

diabetes

Graag geef ik je een korte uitleg over de verschillende soorten diabetes. Niet alleen type 1 en 2 maar ook type 3 en insipidus.

Wat is diabetes?

Diabetes heet officieel ‘diabetes mellitus’ (honingzoete doorstroming). Als je teveel glucose in je bloed hebt, moet je veel plas­sen en vervolgens drinken om het kwijt te raken. Je urine is dan erg zoet. Vroe­ger controleerde een dokter dan ook of iemand diabetes had door zijn vinger in de urine te dopen en te proeven.(1), (2)

Download online hormoontest

Wat is insuline?

Insuline komt van het Latijnse woord insula, dat eiland betekent. Insuline wordt namelijk aangemaakt in de eiland­jes van Langerhans, die in de alvleesklier liggen. In de alvleesklier van een volwassene bevinden zich meer dan een miljoen van die eilandjes.

Om in leven te blijven moet je eten en drinken. Wat je vooral nodig hebt zijn:

  • water
  • mineralen
  • vitaminen
  • eiwitten
  • vetten
  • koolhydraten

In het spijsverteringskanaal worden de koolhydraten met behulp van enzymen afgebroken tot onder andere glucose. Glucose wordt daarna via het bloed door het lichaam ver­spreid. Om die reden wordt glucose ook wel bloedglucose of bloedsuiker genoemd.

Bloedglucose is nodig om je lichaam energie te kunnen geven, maar nu komt het probleem: bloedglucose krijgt hulp van het hormoon insuline om terecht te komen waar het nodig is, in de spiercel­len en in de levercellen. Normaal wordt hiervoor voldoende insuline aangemaakt in de eilandjes van Langerhans om de bloedsuiker in het gareel te houden. Mensen met diabetes hebben te weinig insulineaanmaak of de cellen zijn niet voldoende gevoelig voor insuline (ook wel insulineresistentie genoemd). Bij deze mensen blijft er teveel bloedglucose in het bloed zitten.

In dat geval is er nog een noodsysteem om de bloedsuiker te laten dalen, namelijk het uitscheiden via de urine. Hoge suikerlevels zijn schadelijk voor vaatwanden en zenuwen dus dit wil je zoveel mogelijk voorkomen. Normaal is het glucosegehalte van het bloed gemiddeld 0,1%. Bij een diabetespatiënt is het glucosegehalte opgelo­pen tot 0,16%. Stijgt het glucosegehalte tot boven 0,16%, dan wordt er glucose met de urine uitgescheiden.

In het labo­rato­rium kan men gemakkelijk constateren of er glucose in de urine voor­komt. Uiteraard is het veel beter om het in een prediabetes stadium te ontdekken om op tijd in te kunnen grijpen met dieet- en leefstijlaanpassingen zodat er nog geen medische behandeling en medicatie nodig is. Hier zijn andere testen voor.

Reactie bloedsuiker op een suikermaaltijd

Bij prediabetes zie je dat het lichaam moeite heeft de bloedsuiker te verlagen vanwege insulineresistentie, teveel insuline aanmaakt en daardoor uiteindelijk de bloedsuiker te ver naar beneden haalt. Daardoor ontstaat er een dip in de bloedsuiker en een suikercraving. Het voorkomen van bloedsuikerdips kan een reden zijn waarom koolhydraatarme diëten makkelijker vol te houden zijn voor insulineresistente mensen.

Bij diabetes lukt het niet om de bloedsuiker op peil te brengen met hulp van insuline en dus gaat het lichaam de suiker uiteindelijk via de urine uitscheiden als er medisch niet ingegrepen wordt. Dit kan leiden tot nierklachten.

Type 1

We spreken van type I diabetes als de eilandjes van Langerhans geen insuline meer aanmaken. Hoe dat komt is nogal ingewik­keld.

Zoals je weet, heeft het menselijk lichaam een inge­bouwd beveiligingssysteem. Het beschermt je lichaam tegen schadelijke stoffen die niet in je lijf thuishoren, bijvoor­beeld als je een wond hebt, een virus oploopt, of als je iets verkeerds hebt gegeten.

Met behulp van antistoffen pakt men de boosdoeners, bacteriën bijvoorbeeld, meteen aan. Maar door een storing in dat beveiligingssysteem worden soms antistoffen gemaakt die onze eigen lichaamscellen aan­vallen.

Deze kans is groter bij een:

Bij suikerpatiënten van het diabetes mellitus  type I is dat het geval. Bij deze mensen zijn de cellen in de eilandjes van Langer­hans ‘vernietigd’ door antistoffen. Het gevolg is dat die eilandjes steeds minder insuline aanmaken, totdat ze daar zelfs helemaal mee stoppen. Een dergelijk afbraakproces kan kort duren, maar er kunnen ook jaren overheen gaan. Diabetes 1 is deels erfelijk.

Vaak uit de ziekte zich op jonge leeftijd, maar als diabetes type 1 op latere leeftijd ontstaat wordt dit soms verward met diabetes type 2 (ook wel LADA diabetes genoemd of ‘Latent Autoimmune Diabetes in Adults’).

Type 2

Bij type 2 diabetes is er wat anders aan de hand. Mensen die insulineresistent zijn, moeten veel insuline aanmaken om de bloedsuikerspiegel waarden weer naar beneden te krijgen. Zeer belangrijke oorzaken hiervan zijn:

Een versimpelde uitleg kan zijn dat de sleutel (hormoon) als het ware steeds minder goed op het slot past (receptor), omdat dit is gaan slijten door overmatig gebruik. In werkelijkheid lijkt het proces net even ingewikkelder.

Het is nog steeds niet helemaal duidelijk of te intensieve insulinewerking zorgt voor het aantasten van de receptoren of bijvoorbeeld aantasting door de suiker die er doorheen getransporteerd wordt (glycatieschade). Dit laatste lijkt waarschijnlijker, omdat eiwitten in de voeding de insuline ook laat stijgen en dit minder schade lijkt te geven.

Insulineresistentie kan prediabetes worden en uiteindelijk zelfs diabetes type 2. Het wordt ook wel ouderdomssuiker genoemd, maar het komt tegenwoordig ook bij jonge mensen voor. Het is duidelijk dat niet alleen genen, maar ook de leefstijl een zeer grote invloed heeft.

Door leefstijlinterventie kan diabetes 2 soms in remissie komen, waarbij iemand medicijnvrij (metformine) en klachtenvrij kan worden zo lang men de gezonde leefstijl maar blijft volhouden.

Het programma “keer diabetes om” van de organisatie ‘Voeding Leeft’ heeft landelijke media-aandacht gekregen. Dit zorgt ervoor dat ook steeds meer artsen gaan beseffen dat naast het medische basisprotocol het van cruciaal belang is dat er ook complementaire begeleiding is op het gebied van voeding en leefstijl. Diabetes omkeren is natuurlijk geweldig, maar iedere kleine verbetering is er al eentje. Maak ook eens kennis met ‘Ekomenu’ (samenwerking met Diabetesfonds) die gluten-en lactosevrije biologische maaltijden thuis bezorgen.

Type 3

Het is gebleken dat niet alleen de alvleesklier (of pancreas) insuline produceert, maar dat er ook cellen in onze hersenen zitten die dit kunnen. Wanneer deze cellen hun functie verliezen en de aanmaak van ‘herseninsuline’ afneemt, dan wordt dit door sommige onderzoekers in verband gebracht met de ziekte van Alzheimer (dementie). Dit heet ook wel diabetes type 3.

De werking van de insuline die de hersenen aanmaakt heeft alleen plaatselijk effect in de hersenen en beïnvloedt de glucosespiegel in de rest van het lichaam niet. Er zijn nog veel onzekerheden als het aankomt op diabetes type 3 en meer onderzoek is vereist. Zo zijn er ook onderzoekers die dit concept van Alzheimer en diabetes type 3 niet geloven en meer neigen naar oorzaken zoals ongevoelige insulinereceptoren in de hersenen (insulineresistentie) die bij diabetes type 2 ook ontstaan (4).

Insipidus

Diabetes insipidus is een term die veel verwarring op kan roepen. Deze zeldzame ziekte heeft namelijk niets met de bloedsuiker en insuline te maken, maar met een verstoorde waterhuishuiding. Dit komt door een te lage ADH (anti diuretisch hormoon) of vasopressine aanmaak in de hypofyse. ADH zorgt ervoor dat de nieren water vasthouden in het lichaam in plaats het te verwijderen via de urine. Er is daardoor wel een symptoom van diabetes insipidus dat ook bij diabetes type 1 en 2 voorkomt en dat is veel urineren en dorst hebben.

Diabetes test

Testen op diabetes wordt soms in een laat stadium gedaan wanneer er al duidelijke symptomen zijn ontstaan zoals veel plassen, dorst hebben, vermoeidheid, oogklachten, terugkerende infecties en soms zelfs neuropathie. Dit vind ik erg jammer, omdat er dan al suikerschade is ontstaan en eerder ingrijpen kan dit voorkomen soms.

Testen door de arts zijn:

  • Vingerprik suikerspiegel of gewone bloedtest.
  • Glucose tolerantietest (glucose provocatietest, tegenwoordig weinig gebruikt).
  • Urinetest glucose.
  • HbA1C: Hierbij kijkt men hoe groot de suikerschade aan de rode bloedcellen (hemoglobine) is. Rode bloedcellen vernieuwing is in ongeveer 120 dagen. De HbA1C is een maat voor de suikerschade (glycatie) in het lichaam. Bij (zware) insulineresistentie, prediabetes en diabetes type 2 is deze vaak verhoogd.
  • Triglyceriden: Een verhoogd niveau van triglyceriden kan betekenen dat er insulineresistentie is en een verhoogde bloedsuiker.

Moet iedereen met diabetes insuline spuiten?

Mensen die type I diabetes hebben moeten insuline, een paar keer per dag, hun hele leven lang spuiten. De een vindt het prettiger om 2x per dag te spuiten, een ander doet het liever 4x per dag. Ook zijn er pompjes met kortdurend werkzame insuline beschikbaar. Het gaat erom dat je lichaam de hele dag zoveel mogelijk in balans is. Als je bijvoorbeeld sport of erg gespannen bent, dan heeft dat invloed op de hoeveelheid bloed­glucose. Die hoeveelheid kan iemand zelf meten met een speciaal appa­raatje, een bloedglucosemeter. Als het bloedglucosegehalte te laag is dan eet je wat zoets, als het te hoog is spuit je extra insuline of maak je een stevige wandeling.

Mensen die type II diabetes hebben, hoeven meestal geen insu­line te spuiten. Hun lichaam maakt dit namelijk zelf aan, alleen is de werking niet voldoende. Zij gebruiken tabletten die de insulineproductie stimuleren of de hoeveelheid bloedglucose helpen verlagen (zoals metformine). Oudere mensen, waarbij de aanmaak van insuline met behulp van tabletten kan worden opgewekt, hoeven niet zo vaak hun bloedglucose­gehalte te meten.

Dat meten gaat als volgt in zijn werk:

  1. Bloed prikken in een van de vingertoppen
  2. Bloed op een teststrookje brengen
  3. Teststrookje in de bloedglucosemeter stoppen
  4. Bloedglucosemeter geeft aan hoeveel glucose er in het bloed zit.

Ook bij diabetes 2 moet in sommige gevallen insuline worden gespoten. Dan is echter in een zeer vergevorderd stadium, waarbij de alvleesklier overbelast is en te weinig insuline meer aanmaakt. In dat geval heb je dus zowel te weinig insulineaanmaak en een zeer grote insulineresistentie.

Toedienen van insuline

De toediening van insuline is pas mogelijk sinds 1922. In dat jaar werd voor het eerst iemand met succes behandeld met insuline. Sindsdien kunnen veel mensen ondanks hun diabetes een normaal leven leiden door het toedienen van insuline. De insuline die je bij diabetes inspuit, werd vroeger ge­haald uit de alvleesklieren van varkens en runderen gehaald. Tegenwoordig maakt men insuline op een kunstmatige manier met behulp van een bacterie. Die bacterie wordt zo gepro­grammeerd dat zij insuline kan maken die precies lijkt op de menselijke insuline. Insuline moet onderhuids worden in­ge­spoten. Het is een eiwit, dat in het darmkanaal door eiwitsplit­sende enzymen wordt afgebroken. Er zijn verschillende plaatsen waar insuline kan worden ingespoten: in de buik, in de armen en in de benen. NB Er wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een kunstalvleesklier voor mensen met diabetes 1. Dit zou een uitkomst voor veel mensen kunnen zijn.

Deel de blog op:

Over de schrijver

Ir. Ralph Moorman is ingenieur levensmiddelentechnologie en specialist op het gebied van voeding en hormonen. Op de Wageningen Universiteit heeft hij veel geleerd over voeding en zich vervolgens verdiept in de relatie van voeding tot ons hormoonsysteem. Moorman zelf geeft leefstijladvies omtrent zijn vakgebied en werkt samen met endocrinologen en andere artsen om tot het beste resultaat te komen. Hij schreef 3 boeken over dit onderwerp en is daarnaast docent bij de opleiding Trainer Hormoonfactor.

hormonen in balans e-book

Gratis e-book!

Maar liefst 69 pagina's: + hormoon test + 18 lekkere recepten + 10 gezonde dagschema's (tevens aanmelding voor mijn nieuwsbrief).

Door mij aan te melden geef ik toestemming om mijn gegevens te verwerken zoals beschreven in onze privacy verklaring

Your data is safe with us

Abonneer
Laat het weten als er
6 Reacties
Nieuwste
Oudste
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Ik ben op zoek naar artikelen of mensen die problemen hebben met de bloedsuikerspiegel maar niet in bovengenoemde categorieën vallen. Het is namelijk zo dat ik erg vaak hypos ervaar. Heel vervelend. Trillen. wazig zien. Hartkloppingen. Ik gebruik geen medicijnen. Maar vooral als ik ga sporten dan gebeurt dit zeer regelmatig waardoor ik niet verder kan. Ik moet echt zoetigheid eten en rusten om verder te kunnen met de dag.

Ik ben benieuwd of andere mensen hier ook mee kampen, wat zij hieraan doen en wat helpen kan.

Hartelijke groet,

John

Ben wel veel moe en heb ook gewricht pijn ben niet zwaar op het moment niet fit maar loop nog wel 3km als het niet regent

Hoi Annette, ik lees net je reactie. Zeker Fijn dat je man de suiker goed onder controle heeft. Ik ben zelf ook diabeet type 1, maar ondanks gezonde voeding en veel.sporten kan ik echt niet zonder insuline. Aangezien mijn lijf zelf niks aan maakt en ben dus afhankelijk van de insuline die ik.toe doen. Dus zonder insuline bij type 1 lijkt me daarom (bijna?) onmogelijk. Wel deel ik je mening dat je wel een heel.stuk minder medicatie kan gebruiken door een gezonde levensstijl.

Ook type 1 kan zeer veel voordeel halen uit goede voeding. Dit is een onderbelichte kant in de voorlichting. Hormoonschommelingen door onjuiste voeding zijn ook bij type 1 onwenselijk en maken je dik. Mijn man heeft diabetes type 1 en vrijwel direct anders gaan eten. Nu een jaar al zonder insuline. De bloedsuikers zijn helemaal strak in de wenselijke lijn.

Hallo Annette,

Dat klinkt als een goed bericht! Maar maakt me ook verschrikkelijk nieuwsgierig. Wat zijn jullie gaan eten? Ik hoor het heel graag! Groet, Anne

Wouw, wat goed! Wat is zijn succesformule Annette?